Skip to main content

Geschreven door Niek van Droffelaar

“Ik heb het nog nooit gedaan, dus denk dat ik het wel kan.” Met deze quote van Pipi Langkous rondde mijn collega een half jaar geleden de briefing af van een nieuw project. De bedoeling was een NGO te ondersteunen bij het opstarten van een nieuw initiatief in het bestrijden van mensenhandel. ‘Wat krijgen we nou?!’, dacht ik. Daar ben ik toch helemaal niet voor opgeleid? Meestal sleur ik een groep talenten of directieleden door een mooi natuurgebied voor verbinding en dialoog. Maar dit? De projectleider worden van een nieuwe NGO die het doel heeft de Don Corleone’s en Pablo Escobar’s van de mensenhandel te laten berechten. Nooit gedacht.

Met deze Pipi Langkous houding had mijn collega de opdrachtgever overtuigd dat mijn rol in dit project zou helpen dit nieuwe initiatief tot een succes te brengen. Het zakelijk perspectief van mijn collega en mijzelf zou de juiste aansluiting betekenen in de wereld van goede doelen organisaties en weldoeners. De juiste mix van harde resultaatgerichte zakenmensen en zachte betrokken wereldverbeteraars.

Eerst maar inlezen om goed beslagen ten ijs de komen bij de volgende meeting, bedacht ik me. Als ik dan op mijn bek ga, heb ik tenminste nog wat feitenkennis waar ik mijn afgang mee zou kunnen aankleden. De hoeveelheid informatie die ik vond duizelde mij.

“Het verhandelen van kwetsbare vrouwen en kinderen voor seks is een lucratieve business, waar criminele netwerken financieel door floreren.”

Op dit moment leven er 40 miljoen mensen wereldwijd onder gruwelijke omstandigheden, veroorzaakt door mensenhandelaren. 70% daarvan bestaat uit kinderen en (jonge) vrouwen die verhandeld worden ter exploitatie van hun lichaam. Verkracht, mishandeld, onteerd; zonder enig perspectief. Vaak worden jonge Afrikaanse vrouwen verkocht aan pooiers in Europa, met een schuld van €35.000 besteed aan de reis en afkoop van de familie. Deze schuld moet in de jaren die volgen terugverdiend worden langs een snelweg in Zuid-Italië of aan het raam in Antwerpen.

Terug naar huis vluchten wordt onmogelijk gemaakt door betrokkenheid van de familie. In 2019 is maar een schamele 11.000 mensenhandelaren opgepakt en berecht. Dit betekent één veroordeling tegen 3600 slachtoffers. Het verhandelen van kwetsbare vrouwen en kinderen voor seks is een lucratieve business, waar criminele netwerken financieel door floreren.

De volgende meeting met het projectteam kreeg ineens een compleet andere lading voor mij. Dit waren niet bomenknuffelende wereldverbeteraars, maar strijders in een keiharde wereld van geweld, onrecht en misdaad. Elk initiatief is natuurlijk welkom, met gelukkig voldoende filantropen die in deze goedbedoelde ideeën willen investeren. Ik voelde me emotioneel betrokken. Mijn rol in dit project was het ondersteunen van de opstart van deze nieuwe NGO door met een zakelijke bril naar het proces te kijken, middels strakke business indicatoren. ‘Wat is onze belofte en wat levert het op?’ hoorde ik mijzelf zeggen in een van de eerste meetings. Ik moest van mijzelf vooral snel met KPI’sS.M.A.R.T. doelstellingen, Lean methodes en dat soort dingen komen. Uiteraard bracht ik zoveel mogelijk daarvan aan tafel, maar de echte motivatie kwam van de inhoud.

Elke dag halen anderen financieel gewin middels exploitatie van een ‘product’ dat levenslang beschadigd raakt. Dit ‘product’ – zoals ze door de handelaren worden gezien – zijn jonge kinderen uit een ander land: verweesd, verwaarloosd en getraumatiseerd. Ik hoefde maar een milliseconde mijzelf in te beelden dat dit mijn eigen kind zou overkomen en de miljoenen euro’s om deze criminele wereld te vernietigen zullen eindeloos nodig zijn.

En zo ben ik nog nooit zo hard voor een project gaan werken.

“De Pablo Escobar van mensenhandel verliest een paar producten (slachtoffers) aan lokale rechtszaken, maar kan ongeremd doorgaan met het uit nutten van de groeiende marktwerking van vraag en aanbod.”

Maar waarom worden die gasten dan niet opgepakt?

Het gebrek aan prioriteit en middelen beperkt landen en internationale organisaties om het probleem echt aan te kunnen pakken. Dit betekent dat de georganiseerde criminaliteit achter deze mensenhandel niet op de juiste manier in kaart wordt gebracht op het niveau waar het nodig is, namelijk over de landsgrenzen heen. De onderzoeken die wel plaatsvinden, worden grotendeels gestart op microniveau bij de opvang van de slachtoffers en revalidatie terug naar de maatschappij.

In deze gevallen zijn de rechtszaken gericht op het nastreven van gerechtigheid voor de geredde slachtoffers en niet op verstoren van een heel netwerk. De kopstukken van deze internationale criminele circuits blijven buiten schot en kunnen ongeremd hun slachtoffers blijven uitbuiten. Kortom, de Pablo Escobar van seksuele exploitatie van kinderen verliest een paar producten (slachtoffers) aan lokale rechtszaken, maar kan ongeremd doorgaan met het uit nutten van de groeiende marktwerking van vraag (veelal in Europa) en aanbod (veelal in Oost-Afrika).

“Waar we de dierenhandelaren kunnen pakken, kunnen we ook de mensenhandelaren krijgen.”

Wat is dan de oplossing? (En dus het project waar ik mij mee bezig heb gehouden)

Het uitvoeren van – op inlichtingen gebaseerde – onderzoek dat voldoende bewijs levert voor een internationale rechtszaak. Met behulp van het on the ground speurwerk van eigen rechercheurs kunnen we de criminele netwerken achter mensenhandel identificeren, analisten inzetten om dossiers op te bouwen, strategieën voor publieke diplomatie ontwikkelen en – indien nodig – zorgen voor internationale coördinatie met betrokken instanties.

Een beproefde methode die al meer dan 5 jaar lang met succes de internationale most wanted lijst van dierenhandel ten val heeft gebracht en daarmee de grootste supply-chain van ivoorhandel wereldwijd tot een halt heeft geroepen. Een copy-paste van deze methode naar de netwerken die actief zijn in de mensenhandel zou de juiste oplossing kunnen zijn om de kopstukken een extra slapeloze nacht te bezorgen.

Met behulp van de inzichten en ondersteuning van rechters, diplomaten, NGO functionarissen en openbaar aanklagers van over de hele wereld is er een solide business plan samengesteld. Zij zetten allemaal hun handtekening onder deze methode dat duidelijk bewijs levert voor het toekomstig succes. Waar we de dierenhandelaren kunnen pakken, kunnen we ook de mensenhandelaren krijgen.

Maar, het kost geld. Veel geld, om een nieuwe NGO op te richten zodat een team van rechercheurs, met gebruik van de juiste diplomatieke kanalen en de waterdichte technologische middelen aan hun eerste onderzoek kan beginnen. Laat staan de zorg en aandacht die het vereist je te bewegen in dit internationale speelveld van justitie en politie met inachtneming van een zeer kwetsbare doelgroep.

Het plan is klaar en ligt ter inzage bij een aantal filantropen en stichtingen die zich verbonden hebben aan het redden van deze doelgroep. Even een adempauze voor mijzelf om te reflecteren en dit stukje te schrijven.

Terug naar Pipi Langkous. Ik had het nog nooit gedaan en dacht wel dat ik het kon. De hoeveelheid informatie van deze omvangrijke wereld van internationale betrekkingen en justitie zal ik denk ik nooit kunnen bevatten. Ik kan wel zeggen dat het leed dat door de steeds groter wordende criminaliteit wordt veroorzaakt mij de motivatie heeft gegeven sterk te verbinden met het einddoel en daarmee het welslagen van het project. Maar wat mij echt heeft versterkt om meer van mijzelf te laten zien dan dat ik dacht in mij te hebben is het vertrouwen dat ik heb gekregen van mijn opdrachtgever.

Dit vertrouwen was gebaseerd op de gut feeling van de juiste klik in het eerste gesprek. Met terugwerkende kracht kwam ook later pas het inzicht in dat we een samenwerking zijn aangegaan op complementariteit. Door hulp en ondersteuning te zoeken bij een project op de elementen waar zij zelf wat minder goed in waren (business taal en mindset) kwam mijn rol en invloed pas echt tot leven. Zodoende konden we gebruik maken van de kracht van ons verschil. Inderdaad, sommige dingen kan je niet zelf, of ben je simpelweg minder goed in dan de ander. Dus heb je die ander daarvoor nodig. Dit betekent dat je in staat moet zijn om over je eigen vooroordelen heen te stappen om de samenwerking aan te gaan. Dit betekent soms ook je ego even thuis te laten. Zet daar een kleine dosis Pipi Langkous (no guts no glory) bij en je overstijgt je eigen kunnen, zowel for profit als non profit.

“De duurzame ontwikkelingsdoelen zijn een to-do lijst voor mensen en de planeet, en een blauwdruk voor succes.”

Het bijeffect is dat ik mij (on)bewust ook meer ben gaan openstellen naar de wereld van NGO’s en wereldverbeteraars. Mocht je daar bij dit lezen dan dit stukje ook benieuwd naar zijn, verdiep je dan vooral in de Sustainable Development Goals.

De Sustainable Development Goals (SDG’s) zijn zeventien doelen om van de wereld een betere plek te maken in 2030. De SDG’s zijn afgesproken door de landen die zijn aangesloten bij de Verenigde Naties (VN), waaronder Nederland. De doelen kwamen er op basis van wereldwijde inbreng van organisaties en individuen. Ze zijn een mondiaal kompas voor uitdagingen als armoede, onderwijs en de klimaatcrisis. Het zijn de opvolgers van de Millenniumdoelen, die liepen van 2000 tot 2015. Achter de zeventien doelen zitten 169 targets om het nog concreter te maken.

SDG doel nummer 17 is gericht op het versterken van de implementatiemiddelen en het wereldwijd partnerschap voor duurzame ontwikkeling te revitaliseren. “De duurzame ontwikkelingsdoelen zijn een to-do lijst voor mensen en de planeet, en een blauwdruk voor succes”, zei VN-Secretaris-Generaal Ban ki-Moon bij de lancering van de SDG’s. Een succesvolle agenda voor duurzame ontwikkeling vereist partnerschappen tussen regeringen, het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld. Gezamenlijke principes en waarden met een gedeelde visie en doelen zijn nodig voor voldoende slagkracht op mondiaal, regionaal, nationaal en lokaal niveau.

Wat is daarvoor nodig? Over je eigen grenzen heen stappen, het oordeel uit stellen om op vertrouwen de dialoog aan te kunnen gaan met de ander. Wereldverbeteraars zijn niet enkel bomenknuffelende geldpissers met een goedbedoeld idee. Daarentegen zijn zakenmensen ook niet enkel opportunistische geldmachines op zoek naar meer aandeelhouderswaarde ten koste van onze planeet en toekomst. Zodra je bereid bent er in te verdiepen ligt de aanleiding en urgentie meer dan duidelijk voor de hand om de wereld van vandaag een beetje leefbaarder te maken. Een betere wereld begint niet bij jezelf, het begint bij je open te stellen naar de ander. Laat je ego thuis, luister naar Pipi Langkous en heb vertrouwen. Er zal meer naar je toe komen dan je ooit had kunnen verwachten.